1. Opleidingspremie

Micro-, kleine en middelgrote bedrijven kunnen steun aanvragen voor opleidingen. 

Met kmo's bedoelt men bedrijven 

• die minder dan 250 personen tewerkstellen en 
• waarvan de jaarlijkse omzet niet hoger is dan 50 miljoen euro of 
• waarvan het totaal van de jaarbalans niet hoger is dan 43 miljoen euro.

De opleidingssteun is bedoeld om de economische werking of ontwikkeling van het begunstigde bedrijf te helpen verbeteren. Juridische of managementopleidingen komen bijvoorbeeld in aanmerking, maar seminaries of conferenties niet.

De opleider moet gespecialiseerd zijn in de gegeven materie en minstens twee jaar ervaring hebben in het geven van opleidingen. 

Het Brussels Gewest eist niet dat de opleider voor eigen rekening werkt: hij of zij mag werknemer zijn van een onderneming die opleidingen geeft aan andere bedrijven. 

Gaat het om een onderneming,

• dan mag ze in de afgelopen twee jaar niet meer dan vijf opleidingen gegeven hebben aan het begunstigde bedrijf;
• dan moet ze het geven van opleidingen, zoals bedoeld in de NACEBEL-code 85, als hoofdactiviteit hebben.

De basissteun bedraagt 40% van de subsidiabele uitgaven (onder andere de kosten voor inschrijving en leermiddelen). De steun is hoger als het bedrijf erkend wordt als voorbeeldig op sociaal of milieuvlak of als het een vestigingseenheid heeft in een ontwikkelingsgebied. De subsidie is ook hoger als het begunstigde bedrijf minder dan vier jaar bestaat. 

2. Aanwervingspremie

Ondernemingen met minder dan tien werknemers kunnen subsidies aanvragen als ze minstens halftijds een extra werknemer aanwerven met een contract van onbepaalde duur.

De premie geldt dus pas vanaf de tweede werknemer. De eerste werknemer moet voltijds tewerkgesteld zijn. Om de aanwerving van een extra werknemer te evalueren, baseert men zich op de twaalf maanden voorafgaand aan de aanvraag van de premie.

De extra werknemer mag de voorbije drie jaar niet door de werkgever tewerkgesteld zijn geweest. En de nieuwe werknemer moet hoofdzakelijk gelinkt zijn aan een vestigingseenheid van de micro-onderneming in Brussel.

Het basisbedrag van de subsidie bedraagt 5.000 euro. Het kan hoger zijn als de onderneming erkend wordt als voorbeeldig op sociaal of milieuvlak of als ze een vestigingseenheid heeft in een ontwikkelingsgebied. Een onderneming jonger dan vier jaar kan ook rekenen op een hoger bedrag. 

De premie is ook hoger als de aangeworven werknemer beschikt over een Activa-kaart of alleen een diploma lager middelbaar onderwijs heeft.

3. Advies- en digitaliseringspremie

Brusselse kmo's kunnen een adviespremie aanvragen voor externe consultancy met betrekking tot onder meer:

• een juridisch onderzoek, met uitsluiting van alles wat geschillen betreft;
• het managementbeleid en de competentieontwikkeling;
• het diversiteit- en non-discriminatiebeleid;
• het evaluatie- en beloningsbeleid;
• het beleid inzake personeelsplanning en -mobilisatie.

Alleen externe consultancyopdrachten met een uitzonderlijk karakter, gericht op het oplossen van een gericht probleem, zijn toegelaten. Deze hulp is financieel begrensd: het bedrag is beperkt tot 7.500 euro per kalenderjaar.

Net als voor de opleidingspremie moet de consultant gespecialiseerd zijn in het betrokken domein en minstens twee jaar ervaring hebben. Werkt hij of zij voor een dienstverlenende onderneming, dan moet deze de dienstverlening van consultancy als hoofdactiviteit hebben.

Brusselse kmo's kunnen ook een digitaliseringspremie krijgen als ze een externe consultant inschakelen voor de digitalisering van:

• hun interne processen, 
• hun productiemiddelen of 
• hun producten en diensten.

4. Premie voor de aankoop van een bakfiets of fietsaanhangwagen

Net als het Waalse Gewest biedt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest premies aan Brusselse kmo's die een bakfiets of fietsaanhangwagen kopen voor de beroepsverplaatsingen van hun personeel.

Het bedrag van de premie bedraagt maximaal:

• 4.000 euro per bakfiets;
• 2.000 per fietsaanhangwagen.